A review by vertellerpaul
Kinderen van de staat by Hélène van Beek

3.0

Dit is een onthutsend boek. Het maakt helder hoe erg de (gesloten) jeugdzorg in Nederland faalt. Het boek bespreekt de “kleine”, menselijke kant en maakt gaandeweg een enorme beweging naar de “grote” bestuurlijke en politieke kant. Zo wordt een compleet beeld geschapen van de absolute incompetentie, de ellende, het geweld en het bestuurlijke onvermogen in de jeugdzorg, vooral de gesloten instellingen.
Voor zover ik kan beoordelen ligt er ordentelijk onderzoek en degelijke journalistiek aan dit boek ten grondslag. Voor zover ik kan beoordelen... zo nu en dan lijkt de schrijfster wel wat tendentieus te werk te gaan. Ze interpreteert soms lukraak een gesprek of een persoon als “bedreigend” en kiest zorgvuldig welke woorden ze van verschillende mensen citeert, waarbij getraumatiseerde kinderen heel veel ruimte krijgen en de soms getergde en echt wel goedbedoelende, falende directieleden erg kort aan het woord komen. Ook de beschrijving van geïnterviewden is wel erg stereotype - de kinderen zijn onschuldig en zielig, de bestuurders intimiderend of “een grote vrouw”. Zo her en der twijfel ik aan een getalletje, zoals dat “20% van de kinderen geen JIM heeft”. Het lijkt elders te gaan om 30 kinderen, van wie er dus 6 geen persoonlijke mentor hebben weten te vinden. Dan klinkt zo’n getal toch anders.
Maar er blijft meer dan genoeg materiaal over om de wenkbrauwen stevig te fronsen.
Dit boek is een pamflet. Een aanklacht. Mag je zo’n boek op zijn merites als schrijfwerk beoordelen? Ja, dat mag. Van Beek citeert heel veel. Uit gesprekken, interviews, e-mails, brieven, rapporten en nog veel meer. Daar is niks mis mee, want daarmee onderbouwt ze haar verhaal stevig. Maar regelmatig had ik behoefte aan duiding, samenvatting, conclusies. Wat overzichtelijke cijfers. Een grafiek misschien. Een lijstje van wat er nu precies misgaat en wat er zou moeten of kunnen gebeuren. Een beetje afstand en een beetje beschouwing en iets minder gevallen, casus en concrete situaties.
Want dat zijn er wel erg veel. Het boek had makkelijk 50 tot 100 pagina’s dunner kunnen zijn en toch zijn punt kunnen maken. Van Beek is duidelijk helemaal leeggelopen in dit onderwerp dat haar, volkomen terecht, heel na aan het hart ligt.
Wat ook niet helpt is dat sommige mededelingen wel drie of vier keer worden herhaald. Een geïnterviewde gaat telkens roken. Dat lezen we werkelijk elke keer als het over haar gaat. Jason heette eerst Talitha. Dat is zinvolle informatie, maar na de tweede keer hoeft dat niet meer te worden uitgelegd.
De beschrijvingen van het leed van de jongeren, hun persoonlijke verhalen, zijn aangrijpend. Dat is nodig om het punt te maken, maar voelt soms wat voyeuristisch voor de lezer. Is het werkelijk nodig om twee of drie keer te herhalen dat een van de geïnterviewden het touw waarmee ze een (gelukkig mislukte) zelfmoordpoging deed zelf haakte?
Ik denk dat het erom gaat dat dit werk alleen maar met liefde en betrokkenheid kan worden gedaan. Als het om geld gaat, politiek, schaalvergroting, ego’s en reputaties dan worden de kinderen uiteindelijk vermalen tussen die tandwielen. Die (of een dergelijke) conclusie had het boek helderder mogen trekken. Een schandalig verlopen aanbesteding is ernstig, mislukte zorg heel veel ernstiger.
Als boek krijgt dit werk slechts twee sterren. Als journalistiek werk van enorm groot belang krijgt het er een ster bij. Een ruime voldoende dus.