Scan barcode
A review by ayla_derammelaere
Verleiding, drift en herhaling: Freuds metafysica van het trauma by Philippe Van Haute, Herman Westerink
challenging
informative
reflective
medium-paced
3.5
Dit boek is geschreven door niet psycho-analisten (hoofddocent godsdienstfilosofie en hoogleraar wijsgerige antropologie) die ons een analyse geven over een (kern-)deel van Freuds theorie, namelijk Freuds drifttheorie.
Het boek verwijst vaak naar andere delen van Freuds werk waardoor een kennis van Freud wel noodzakelijk is om dit boek volledig te kunnen volgen en begrijpen. Ze geven echter wel een duidelijke uitleg waardoor het helpt bij het begrip van Freuds theorie.
(De teksten tussen " " zijn quotes van Freud, gevolgd door eigen bedenkingen.)
Begrippen die belangrijk zijn voor het begrijpen van de theorie :
•"Angst = eerste bescherming tegen de traumatische neurose want angst bereidt ons voor op gevaar, ook al het onbekend welk gevaar.
Schrik = de nadruk ligt op het element van verrassing, we worden aan gevaar blootgesteld zonder hierop voorbereid te zijn.
Traumatische schok = het ontbreken van de angstvaardigheid die dan leidt tot een overbezetting van het systeem dat de prikkel opneemt. Hierdoor zijn de systemen niet goed in staat de aanstormende excitatiemassa's te binden. Angstdromen pogen alsnog de angstvaardigheid tot stand te brengen die bij het voorval ontbrak om zo de prikkel de baas te kunnen want het verzuimen van deze taak is de oorzaak van de traumatische neurose geworden."
•"Het geboortetrauma = het levensgevaar dat door de scheiding van de moeder wordt veroorzaakt (totale hulpeloosheid). De sterkte van dit trauma en de hevigheid van de angstreactie die hiervan een gevolg is, zullen bepalen of iemand de angst ooit zal kunnen beheersen en dus of dit individu neurotisch wordt dan wel normaal."
•"Het schema van de ontwikkeling van een neurose = vroeg trauma -> afweer -> latentie -> uitbreken van de neurose -> partiële terugkeer van het verdrongene.
Er wordt echter niet altijd in de vroege jeugd van een neurotisch persoon een dergelijke traumatische indruk gevonden. De neurose kan ook uit enkel constitutionele factoren ontwikkeld zijn.
•Belangrijkste kenmerken van deze trauma's :
1. Doen zich voor in de vroege kindertijd (0-5 jaar)
2. Vergeten belevenissen of indrukken
3. Het heeft betrekking op seksueel en agressief getinte indrukken.
De seksuele factor speelt dus nadrukkelijk een rol."
•"Dwanghandelingen treden vaak in 2 fasen op. Deze fasen zijn de uitdrukking van een onophoudelijke strijd tussen liefde en haat. In tegenstelling tot de hysterie, waarin het symptoom een compromis is tussen verschillende bewuste en onbewuste strevingen, worden hier de beide strevingen afzonderlijk, de ene na de andere, bevredigd."
Bespreking van het boek :
"Hysterici lijden aan herinneringen." , voor mij is dit een hele mooie omschrijving van hoe we naar hysterie moeten kijken.
"Elke psychische indruk of ervaring is uitgerust met een zekere affectwaarde waarvan het Ik zich via een motorische reactie (een beweging) of associatieve psychische arbeid (bv erover praten) moet ontdoen. Wanneer dit niet gebeurt, krijgt de herinnering aan de indruk of de ervaring van het gewicht van een trauma en wordt ze de oorzaak van duurzame symptomen. " -> de reactie moet een even grote intensiteit hebben als de impact van de herinnering ; 'gewoon' een gesprek voeren na een indringende ervaring zal onvoldoende zijn om de impact van de herinnering te verwijderen, verminderen op z'n best. Als het niet lukt om de impact te verwerken, blijft die herinnering doorwerken en blijft die zich herhalen.
"Of een accidentele gebeurtenis als traumatisch zal worden ervaren of niet, hangt dan ook volledig af van onze reactie erop : reageren we erop met verdringing of niet ?"
Hoe komt het dat wij bepaalde indrukken (gedragingen, beelden, geuren,..) als 'onlust' inkleuren terwijl die tijdens de eerste levensjaren als 'lust' werden ervaren ? Freud geeft ons hier een antwoord op via het begrip 'organische verdringing' : "De evolutie van dier naar mens gaat gepaard met fysieke veranderingen, zoals een duidelijk onderscheid tussen excretie- en voortplantingsorganen (rechtop lopen heeft als gevolg een veranderende rol van de reuk en het ontstaan van walging voor de excretiesporen van andere mensen). Deze evolutie herhaalt zich ook individueel bij ieder mens waardoor bij ieder individu het lichaam in beginsel een bron van lustvolle prikkeling en van lustbeleving aan verschillende erogene zones is maar die lustbeleving wordt al in de vroege kindertijd object van walging en schaamte.
Vanuit z'n praktijk heeft Freud vaak contact met patiënten die last hebben van een neurose. De symptomen van deze neurose zijn afkomstig uit een trauma van jaren ervoor, dat nu pas betekenis krijgt : de neurose bouwt zich op in 2 episodes : een eerste speelt zich af in de kindertijd (infantiele neurose) die de basis legt voor de tweede die zich in de puberteit / volwassenheid afspeelt (volwassen neurose). Wat in de tweede periode tot stand komt, kan slechts begrepen worden vanuit de specifieke psychoseksuele ontwikkelingen in de eerste infantiele episode. In het geval van Dora kreeg de tweede episode (toen ze omhelsd werd door de heer K. en daarbij walging voelde) z'n betekenis (de walging) doordat die refereerde aan de eerste episode (toen ze als jong kind haar ouders hoorde vrijen, haar lichaam hierop reageerde zonder dat ze begreep wat er gebeurde en de extra afscheiding als walgelijk werd ervaren). Haar lichamelijk reactie toen ze omhelsd werd, bracht de herinnering aan de eerste episode weer in haar onbewuste.
"De herinneringen aan de kindertijd mogen dan weliswaar doorgaans 'vertekend ' en 'verminkt ' zijn, ze zijn wel de sleutel in de analyse van de infantiele neurose." -> hierin verschilt Freud dus van Jungs standpunt : zijn de herinneringen aan de kindertijd echt (Freud) of fantasieën die door volwassenen geproduceerd en teruggeprojecteerd zijn in de kindertijd.(Jung)
"Neurotische symptomen zijn compromisformaties : een compromis tussen enerzijds de onbewuste perverse wensen en verlangens van de patiënt en anderzijds de belangen van het Ik, dat met de eisen van de werkelijkheid en van de hogere psychische functies zoals het geweten rekening moet houden."
De dwangneurose heeft een gelijkaardige ontwikkeling als de hysterie : "Bij alle neurosen (hysterie, dwangneurose en paranoia) zijn de symptoomdragers in dezelfde onderdrukte driften te ontdekken. Het verschil tussen de neurosen heeft in dit perspectief alleen te maken met dr manier waarop de driften worden afgeweerd."
Echter, "De traumatische neurose confronteert Freud met de grenzen van z'n eigen model (het primaat van het lustprincipe). Het hoofdsymptoom (de dwangmatige herhaling van gebeurtenissen die nooit lustvol zijn geweest) is niet te verenigen met het lustprincipe ; dit leidt tot de introductie van een oorspronkelijke en onophefbare tegenstelling tussen doods- en levensdriften."
Hierdoor moet Freud dus z'n drifttheorie aanpassen.
"De seksuele driften creëren telkens opnieuw individuen die zo snel mogelijk -maar ook volgens de historische gedetermineerdheid die het leven van de drift kenmerkt - het einde van het leven, dit wil zeggen van elke spanning, willen bereiken."
"De seksuele drift is gericht op de 'onsterfelijkheid van de levende substantie' en de verlenging van het leven. Samen met de zelfbehoudsdriften zijn deze uitingen van de levensdriften of Eros. Deze levensdriften staan tegenover de doodsdriften of Thanatos. Levensdriften streven naar het integreren in grotere eenheden van wat 'versnipperd' is. De kracht die van binnenuit de tendens tot vereniging tegenwerkt wordt toegewezen aan de doodsdriften.De doodsdriften tenderen naar versnippering in afzonderlijke deeltjes zonder onderlinge 'affiniteit' en daarmee zonder onderlinge spanning. Zo wordt duidelijk dat doodsdriften met agressie (primair masochisme, sadisme) en geweld geassocieerd worden. De doodsdriften tenderen naar een geweldadige versplintering van dat wat zich tot een eenheid heeft verenigd."
"Het doel van de therapie is het verdrongene niet alleen in herinning te brengen, maar ook tot herinnering te maken, dat wil zeggen tot een gebeurtenis die tot het verleden behoort."